Stel:
Het universum, onze wereld, ons aarde is een vriendelijk wezen. Liefdevol en zorgzaam. De mensen om jou heen wensen je alle goeds en jij wenst hen hetzelfde. Er is geen schaarste. Er is altijd voldoende voedsel. Er is een warm bed om in te slapen. Een bad om je te wassen. Er zijn mensen in jouw wereld die je behulpzaam zijn. Aandacht voor je hebben. Liefdevol zijn. Alles komt altijd op z’n pootjes terecht. Alles is zoals het bedoeld is te zijn.
Het ontbreekt jou aan niets
Hoe zou deze wereld voor jou zijn? Hoe zou je leven zijn? Zou je je nog druk maken over de toekomst? Druk maken over je verleden?
Je zou leven in het heden. En alles dat dit heden treft zou je accepteren. En in dat ogenblik van acceptatie zou je weten wat te doen omdat je niet wordt belemmerd door angstige gedachten over het verleden en de toekomst.
Ik begrijp dat er nu argumenten in je opkomen die vertellen dat er reden genoeg is om je wél druk te maken over het verleden en de toekomst. En zelfs over het heden. Maar het verleden is geweest en de toekomst niet aanwezig dus je maakt je druk om beelden die nu niet aan de orde zijn. En die beelden zijn jouw beelden van wat is geweest of misschien gaat komen. Ze zijn geen waarheid. Als je die beelden niet had zou je het heden alleen maar kunnen accepteren.
Dit heden niet willen, het niet accepteren maakt je verdrietig. Er beelden bij betrekken uit het verleden die niet van doen hebben met dit heden maken je boos of angstig. Wat ‘nu’ is willen controleren en veranderen in het beeld dat jij voor ogen had is wat je frustreert. Maar wie zegt dat het beeld dat jij voor ogen had beter is?
Jij weet niet wat je te wachten staat. Wat het leven voor je in petto heeft.
Ga er vanuit dat het goed is en je leeft in vrede